Annexatie: Het opnemen of toe-eigenen van een gebied binnen de grenzen van een regeringseenheid.
Banditisme: georganiseerde misdaad
Buffergebied: iets dat dient om de gevolgen van (plotselinge) veranderingen op te vangen
Buitenwater: water in open verbinden met de zee
Chronocentrisme: Chronocentrisme staat voor het idee dat elk tijdperk denkt van zichzelf dat het ‘t belangrijkste tijdperk uit de menselijke geschiedenis is.
Consensus: Overeenstemming binnen een gemeenschap, een groepering.
Criminaliteitsgraad: Het aantal geregistreerde feiten tijdens een bepaalde periode delen door het aantal inwoners. Een maat voor het individueel risico dat een bewoner van deze gemeente loopt op het slachtoffer worden van een misdrijf.
Criminaliteitsreductie: terugbrengen van de criminaliteit tot een lager peil
Cumulerend effect: aangroeiend effect
Decreet: bevelsuitvaardiging, verordening van overheidswege; in de Belgische staatsstructuur, wet uitgevaardigd door een van de gewesten of gemeenschappen
Discours: gesprek, rede
Etnografisch: betrekking hebbend op de etnografie (= beschrijving van de samenleving en cultuur van een volk)
Fraude: bedrog, oplichting en verduistering
Implementeren: tot uitvoering brengen
Inclusief: met insluiting van, met inbegrip
Integraal: voltallig , geheel
KIV : Kadernota Integrale Veiligheid
Limitatief: beperkend
Miniaturisering: Techniek om steeds kleinere, minder zware, meer betrouwbare, steeds goedkopere componenten, schakelingen enz. te fabriceren en te gebruiken.
Mobiliteit van daders: de verplaatsingen die de dader aflegt tussen zijn woonplaats en de plaats waar hij de feiten pleegt
Netwidening: Door het invoeren van alternatieve maatregelen voor zaken die vroeger geseponeerd zouden worden, is dit nu niet meer het geval. Zonder dat dit de bedoeling geweest is.
Nihil: niets
Ophelderingsgraad: aantal opgeloste misdrijven
Overlast: gedragingen, schade en ongemak die de tolerantiegrens overschrijden.
Perceptie: De wijze waarop wij een subjectief beeld vormen van een objectieve werkelijkheid zoals het landschap.
Prevalentie: Het percentage van de bevolking op een bepaald moment met een bepaalde aandoening, ziekte, enzovoorts.
Preventief: het voorkomen van directe oorzake van onveiligheid
Probatie: beproefd
Repressie: dienend om te onderdrukken, m.n. met de bedoeling om herhaling te bemoeilijken of voorkomen
Reactief: alle mogelijke reacties na feiten die de veiligheid hebben aangetast
Seizoenscriminaliteit: criminaliteit die slechts in bepaalde seizoenen veel voorkomt
Sensu lato: in ruime zin
Veiligheidsbeambten: ambtenaar die bevoegd is met de uitvoering van de taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen
Werklast: een groter aantal feiten verwerken met hetzelfde aantal mensen